SV | En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, [en] bij haar te zijn; |
WLC | וַיְהִ֕י כְּדַבְּרָ֥הּ אֶל־יֹוסֵ֖ף יֹ֣ום ׀ יֹ֑ום וְלֹא־שָׁמַ֥ע אֵלֶ֛יהָ לִשְׁכַּ֥ב אֶצְלָ֖הּ לִהְיֹ֥ות עִמָּֽהּ׃ |
Trans. | wayəhî kəḏabərāh ’el-ywōsēf ywōm ywōm wəlō’-šāma‘ ’ēleyhā lišəkaḇ ’eṣəlāh lihəywōṯ ‘immāh: |
En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, [en] bij haar te zijn;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, [en] bij haar te zijn;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!